De Koning is mijn klant

Laats zag ik een slogan hangen bij de plaatselijke bakker: “de klant is koning”. Ik dacht er dan ook over over na: “is mijn klant echt koning?”. Natuurlijk wel, de klant staat steeds centraal en krijgt een royale behandeling. Toch heeft die uitspraak vaak een negatieve connotatie en doet het uitschijnen dat de klant “altijd gelijk heeft”, zelfs als hij “ongelijk heeft”. Ik besloot dan ook om die slogan aan te passen, want voor Taxi Moess is de koning onze klant. De klant heeft geen ongelijk: hij koos voor Taxi Moess.

De Koning is mijn klant

Bij mijn nieuwe slogan vertrek ik van een volledig andere insteek. Ik bedien niet alleen de klant zoals hij het wilt, maar behandel hem ook zoals het hoort. Niet alleen omdat hij mijn klant is, maar gewoon omdat hij door mij tot koning geprezen werd. Door mijn klanten blijf ik rondrijden en zonder hen sta ik stil. Zij geven hun centen uit en verwachten service, ik ben de eerste om hen die te verlenen. De koning is mijn klant, dus mijn klant krijgt het respect van een koning.

Voorbeeld

Als ik zou uitgaan van de slogan “de klant is koning”, dan zou ik gewoon de klant gelijk geven tijdens een discussie of argument. Onder de slogan “de koning is mijn klant” ga ik verder dan dat: ik ga niet in discussie met mijn klanten. Zij weten heus wel wat ze willen en hoe ze het willen. Mijn rol is dan ook enkel en alleen om hen een fijne rit van A tot B te bezorgen. Willen ze dat ik de deur voor hen open? Geen probleem. Verkiezen ze een leuke babbel boven een stille rit? Dan haal ik de rits van m’n mond. De klant staat bij Taxi Moess steeds centraal en krijgt de behandeling die hij hoort te krijgen: als een royale prins die neerstrijkt in zijn koninklijke koets.